2025

De strijd om de 57e titel van het Brabants Kampioenschap Tonpraten, gestart op vrijdagavond 10 januari, heeft op zaterdag 11 januari de Kampioen van 2025 opgeleverd. Rien van Genugten uit St. Oedenrode die als derde de ton instapte  in de creatie van Sjappie uit de Achterbuurt werd na het tellen van de stemmen van de jury, onder voorzitterschap van Drs. A. Dams uit Waalre, om 00.20 u. tot kampioen uitgeroepen. Na opwarming van het publiek door het amusementskwartet "TLupt oit de hand" uit Liessel was het de beurt aan de zeven geselecteerde finalisten en de titelverdediger.

 "Tlupt oit de Hand" uit Liessel


De eerste tonprater was Twan van Oers uit Wagenberg, aangekondigd door Jacques van Gerven (invallend voor Rob van Daal) die de taak als presentator voortreffelijk uitvoerde. Volgens de afspraak: Striepersgatse Hofkapel op vrijdag/zondag en Keiendweilers op zaterdag was er tijdens de wedstrijd muzikale ondersteuning van de jubilerende (66) Striepersgatse Hofkapel. Vervolgens kwamen William Houbraken uit Bergeijk, Rien van Genugten uit St. Oedenrode, titelverdediger Erik Mulder uit Maarheeze, Rob Bouwman uit Helmond, Iveke van Gerven uit Bladel, Dirk Kouwenberg uit Nuland en als laatste Hans Verbaarschot uit Budel ten tonele. Een show van de bovenste plank waarbij de lachspieren van het publiek weer volop werden getest. Aansluitend was het tijd om de juryscores en de stemmen van het publiek te tellen. In die tijd kreeg de zaal een extra optreden voorgeschoteld, gebracht door Boy Jansen die dit jaar zijn tonpraatcarrière beëindigt en van het BKT-publiek in Valkenswaard afscheid kwam nemen. Ter afsluiting: het cruciale moment waarop de winnaars van de juryprijzen en de publieksprijs bekend gemaakt worden. Een taak voor BKT-voorzitter P. Mikkers in samenwerking met zijne dorstlustige Hoogheid Prins Arnoud d'n Urste van Striepersgat. Na die bekendmaking natuurlijk de euforie bij de kampioen en winnaar van wisseltrofee de "Zilveren Ton" in 2025.

 

Samenvatting van de optredens:

De loting van zondag 1 december 2024 leidde tot het resultaat dat de eerste tonprater in de finale Twan van Oers ofwel “Toontje Mayday” is. In deze creatie komt hij vertellen dat het in het leven, althans het zijne niet altijd meezit. In eerste instantie komt zijn familie voorbij. Een Chinese vrouw van ongeveer een meter  vijf, haar Chinese duiven en ook nog een verslaafde broer. Daarna het leven buiten de deur zoals dat ook in de krant voor alle mensen te lezen valt. De artikelen die hem daarin opvallen komen met de nodige humor voor het voetlicht. Dit gaat van vrouwen met psychische problemen, die niet allemaal in aanmerking komen voor hulp, tot op vakantie met het vliegtuig en komische verhalen over huisdieren aan toe. De lachspieren worden behoorlijk op de proef gesteld als hij vertelt over de pech die hij beleeft als de oppas voor zijn cavia’s zorgt. Als je die aardbeien te eten geeft moet je ze van te voren wel in tweeën snijden. Dit bezegelt het lot van … juist de cavia’s. Maar goed ze krijgen een tweede leven. Ook een bezoekje aan het toilet in Frankrijk is een bijzondere ervaring: iets minder appetijtelijk maar heel erg smakelijk gebracht. Een optreden van formaat dus.

  Twan van Oers als “Toontje Mayday”

 

De tweede die de ton betreedt is William Houbraken uit Bergeijk:  Fikkie van Gansewinkel. Uitgedost als een waar hondje komt hij vertellen van zijn avonturen met en zonder zijn baasje als hij zich even aan diens aandacht weet te onttrekken. Ogenschijnlijk een braaf hondje maar toch ook een rakker die vrouwelijke soortgenoten, naar eigen zeggen, volgens verplichting aangenaam weet te vermaken/pakken. Hij vertelt vol trots over die veroveringen en weet die op een zeer beeldende wijze bij het publiek op het netvlies te laten verschijnen. Hijgend,  likkend en soms enigszins opdringend zoals een hond dat kan zijn, zijn vuilnisbakkenhondjes, rashondjes, Tekkels en Dalmatiers e.d. niet veilig voor zijn escapades. Met de pootjes klem in een straatput …  met de snuit in de hoek … het maakt niet uit voor Fikkie. Anders dan voor mensen die waarden en normen hanteren  is zulk gedrag voor Fikkie wat natuurlijker. Een buut waarmee het dierenleven en menselijk gedrag eens vanuit een ander perspectief worden voorgeschoteld.

William Houbraken als “Fikkie van Gansewinkel”

 

De derde die naar voren komt is Rien van Genugten uit St. Oedenrode. Uitgedost als een typetje van wat minder allooi met de naam “Sjappie” legt hij uit dat hij, hoewel de burgemeester daar anders over denkt, in een zeer hechte en sociale buurt woont. De jeugd van Sjappie beloofde eigenlijk al niet veel goeds volgens de juffrouw op de lagere school gelet op zijn en haar “punten”. Hij komt vertellen wat er de laatste tijd in de buurt en daarbuiten zoal te beleven was. De burgemeester en wethouder spreken van een “asociale achterstandswijk” maar krijgen daarvoor de rekening van Sjappies “kort-lontje” buurman gepresenteerd. Naast de buurt moeten zij nu ook opgeknapt worden. Eigenlijk loopt de buurt voor op andere wijken aangezien zij al jaren van het gas af zijn. Centraal in de wijk ligt het parkje dat waar een kapel voor de patroonheilige “Onze lieve vrouw van de eeuwigdurende bijstand” is ingericht en te zien is als een ontmoetingsplek voor iedereen. Ook de pastoor is nauw betrokken bij de buurt en tijdens een bezoek aan de grote stad met hedendaagse perikelen als een knokpartij en een bezoek aan een privéclub waar de dames ruimte maken om te kunnen zitten en een glas melk te nuttigen wel om te gaan. Een fantastisch gebrachte buut met originele en leuke grappen die hem aan het eind van de avond de felbegeerde titel oplevert.

Rien van Genugten als "Sjappie uit de Achterbuurt"

 

Als vierde betreedt Erik Mulder de ton met het streven zijn titel te verdedigen. Als Kareltje van het kamp met vrienden als Django weet hij zijn leven met zijn vrouw Priscilla en hondje in geuren en kleuren voor te spiegelen. De hond, een chihuahua, is eigenlijk best een makkelijk hondje als het om uitlaten gaat zo vertelt hij. Hup in de plastic zip-zak, een paar keer schudden en …. leeg. “Priscil”  is volgens Kareltje te vergelijken met een Picasso als zij na het opmaken eens in de spiegel zou kijken. Zij is het even een beetje beu in de caravan op het kamp en beïnvloed door een B&B TV-programma wil zij heel graag “op vakantie naar een camping of zo”. Kareltje moet daar natuurlijk aan toe geven en de bestemming wordt gekozen met behulp van een dartpijl. Helaas draagt de blinddoek tijdens het gooien op een opgehangen landkaart niet bij aan een duidelijke bestemming. Kareltje heeft er namelijk geen zin om drie weken achter de koelkast te hangen. Uiteindelijk heeft hij een bestemming bepaald. Het wordt een reis richting de zon. Een verblijf van drie weken in een golfresort in Frankrijk. Eenmaal daar heeft hij het toch wel naar zijn zin. Priscilla wil naar het naaktstrand maar daar heeft Karel geen zin in en bovendien “de ballen” niet voor, dus gaat hij daar niet heen. Op het resort komt hij Roderick tegen, een heuse bal met aardappel in zijn keel die hem vraagt mee te gaan om een balletje te slaan. Uiteindelijk wordt er op hole 18 door Karel met een “Jezus” bal (stuiterend over het water) zelfs een hole-in-one geslagen en worden Karel en Roderick uitgenodigd als speciale gasten op een grandioze feestavond. Kortom een prima buut van deze rasechte tonprater en liefhebber van een wat rauwere stijl.

Erik Mulder als "Kareltje en Route"

 

De eerste na de pauze is Rob Bouwman uit Helmond. In een hele mooie uitdossing die het midden houdt tussen een heuse clown en een arts in witte jas betreedt hij de ton. Dr. Rob de spoedeisende cliniclown is zijn creatie. In een klein half uurtje weet ook hij het publiek mee te nemen en klinkklare onzin te verkopen. Hij neemt je mee naar zijn studietijd. Zes jaar studie, zijn afstuderen en specialismen. Vervolgens zijn werk als huisarts omdat dat naar zijn idee toch echt een ideale baan was: Thuiswerken en een spreekuurtje: kan het nog mooier? Toch leverde dat hem na verloop van tijd minder leuke ervaringen op zoals te veel werk en mensen die zeuren. Hij besloot dan toch maar ander werk te zoeken en zo belandde hij in het als arts ziekenhuis. Wat hij daar allemaal meemaakt is weet hij op zeer beeldende wijze te beschrijven. Een van de kunsten die hij goed verstaat is het mimen als ballonkunstenaar. In no-time weet hij op verzoek van toeschouwer een enorm mooi gekleurde hond te vormen. Het mooist vindt hij echter het onderzoek “met eendenbek in oorlogsgebied” en hij laat op hilarische zien hoe dat in zijn werk gaat. Op de vraag van een patiënt op de OK of Dr. Rob iets kan betekenen op bij een amputatie-operatie geeft hij aan vaker met dat bijltje gehakt te hebben. Dit leidt bij uitvoering tot een geslaagde operatie. Een misverstandje daarbij weet hij met beschrijving van voordelen prima op te lossen. Bij elkaar: een buut die Rob uiteindelijk een meer dan verdiende derde plaats oplevert.

Rob Bouwman als "Dr. Rob de spoedeisende Clinclown"

 

De zesde tonprater is de enige vrouw in dit gezelschap. Iveke van Gerven in de creatie van Suus Infuus, blond en intelligent, de schrik van iedere patiënt. Zij komt vertellen over haar werk als verpleegkundige in de zorg en de situaties die zich daar voordoen. Haar advies is dan ook:  “Als ge nog niet levensmoe bent, vraag dan om een echte zuster”. De werkdruk die er heerst zorgt er voor dat er geen tijd meer is voor pauze of koffie??? Slimme Suus heeft daar natuurlijk iets voor bedacht: een aantal infuuszakken met diverse smaken koffie is haar oplossing, van een gewoon bakkie naar Lat(t)e en oploskoffie dus: keuze genoeg. Vervolgens vertelt ze over haar opleiding en werkervaringen/ stages in Engeland en Zuid-Afrika onder andere met oogarts Dr. IC. Nothing. Als zuster krijgt ze in haar werk heel wat vragen op zich afgevuurd. Zo is “Zuster ‘gaat dat pijn doen’ is een vraag die zij bij de operatievoorbereiding van een patiënt weet te beantwoorden met “dat ga jij me straks vertellen”. Een prima geruststelling dus. Verder komen de meest hilarische verhalen voorbij:  SOA ’s, het gedrag van mensen om van alles via de achterdeur naar binnen te werken, de operatie van Mark Rutte, het zonnen op het dakterras van het personeelsrestaurant  … het zijn verhalen die het publiek de lachstuipen bezorgen. Van Iveke ook dit keer weer een buut op hoog niveau waarmee zij uiteindelijk de vierde plaats weet te bemachtigen.

Iveke van Gerven als "Suus Infuus"

 

Zevende is Dirk Kouwenberg en hij stapt de ton in als “De Automonteur”. De zaken gaan goed bij garage Anders. Begonnen met vader Hans de Naaijer sr. (1e han(d)s), en samen met broer Hans Anders runt Hans de Naaijer jr. (2e han(d)s) een drukke garage. Zo druk dat hij net een nieuwe monteur heeft moeten aannemen om het werk aan te kunnen. Het sollicitatietraject dat daaraan vooraf ging laat het publiek direct in lachen uitbarsten. Hij is nu hier in de zaal op zoek naar een klant, een netjes geklede dame, wier auto een reparatie heeft ondergaan en die daarna door Kevin getest is. Kevin had echter wat tegenslag en reed daarbij een konijntje aan dat .... , zo komt de aap uit de mouw, achter een boom zat: Oeps. Het gekreukelde kenteken OK-W8-FF voorspelt daarbij weinig goeds. Een mooie inleiding van een met auto-gerelateerde grappen. Zo vertelt hij vervolgens dat hij niet goed begrijpt waarom garagehouders min of meer als oplichters gezien worden. Een krik, dat is toch een oplichter? En als er over een auto in een advertentie staat:  …. mistlampen voor …. dan is het toch niet vreemd dat er geen koplampen inzitten. BOVAG zou hiervoor garant kunnen staan maar helaas niet met de uitleg die Hans over die naam geeft (Bij Ons Vervallen Alle Garanties). Een reeks aan hele leuke woordspelingen en grappen over een bandenmerk, automerken en nog veel meer vormen een prachtig verhaal, helder en meesterlijk getimed gebracht door de oud-kampioen van 2020. Een buut waarmee Dirk ditmaal op de tweede plaats beslag wist te leggen.

 Dirk Kouwenberg als "De Automonteur"

 

De achtste en laatste finalist is Hans Verbaarschot. In friet-uitdossing met omgekeerde gevulde puntzak friet op zijn kop komt hij als Wilfried van Erpel over zijn verslaving vertellen. Gek op alles wat uit de frietpan komt. Dat het niet slecht maar gezond is, is naar zijn zeggen aan zijn zoontje te zien die voor zijn leeftijd al flink gegroeid  is. Zijn verslaving, zo vertelt hij, komt niet uit het niets aangezien zijn moeder een heuse Belgische met typische frietvormige vierkante tepels is. Zijn vrouw en grote liefde “Ons Mayo” kwam hij tegen bij de friettent en het mooist vond hij haar huidje dat wat rossig zag en prachtige bultjes had. Dat daar geen mayonaise in zat … was enigszins teleurstellend voor de jonge Wilfried. Een andere pijnlijke kennismaking voor Wilfried: het verhaal over zijn eerste kaassoufflé die hem, toen hij daarmee in aanraking kwam en er een flinke hap van nam, enorme blaren op zijn tong en in zijn mond bezorgde. Op zo’n manier beeldend en luid verteld dat het publiek de vellen die daarvan af komen bijna door de lucht kunnen zien. Volop verhalen vertellend over frikandellen, bamischijven etc. brengt hij als laatste het publiek nog eens flink aan het lachen met een buut die zoals hij zelf aangaf kei-vet genoemd kan worden.

 Hans Verbaarschot als "De Frietpanverslaafde"

 

Na deze show van de acht finalisten is er nog een speciale toegift. Boy Jansen. Graag had hij meegedaan in het kampioenschap maar was spijtig genoeg te laat met inschrijven. Niet getreurd: een aantal eerdere buuts wat gefilterd en een prachtige compilatie in elkaar gestoken waarmee hij afscheid komt nemen van wat toch ook wel een beetje "zijn publiek" genoemd kan worden: Het publiek van het BKT in Vakenswaard. Wat betreft de reden van zijn afscheid krijgt het publiek uitleg van Boy: "Het is fijn, plezierig en daarmee bevredigend om mensen een (glim)lach te kunnen bezorgen en te helpen in verdrietige tijden". Een uitleg die zijn besluit te stoppen met tonpraten en te kiezen voor zijn werk als uitvaartondernemer volkomen begrijpelijk maakt. De waardering hiervoor van het publiek is voelbaar.

 Scheidend "Tonprater pur sang"
Boy Jansen als "Pastoor"

 

  Juryprijzen vrijdag:

        1. Rien van Genugten (336 punten)
     2. Dirk Kouwenberg (324 punten)
3. Rob Bouwman (293 punten)
       4. Hans Verbaarschot (290 punten)

  Publieksprijs vrijdag:
Dirk Kouwenberg (150 stemmen)

     Publieksprijs zaterdag:
 Dirk Kouwenberg (172 stemmen)

   Publieksprijs zondag:
Dirk Kouwenberg (175 stemmen)