2007

De 27 aanmeldingen voor de voorronden in november gaven al aan dat het tonpraoten sterk in de belangstelling staat. Net als in voorgaande jaren was de strijd om de Zilveren Ton dan ook weer een grandioos succes te noemen. Een sterk deelnemersveld en een uitstekend publiek. Alle avonden en matinee van het 40e tournooi waren uitverkocht en diegenen die een kaartje hebben kunnen bemachtigen konden volop genieten van de geweldige prestaties van de 8 finalisten.

Aan het eind van de avond mocht Berry Knapen uit Heeze zich “Brabants Kampioen Tonpraoten 2007” noemen. Jury en publiek verschilden daarin niet van mening. De tweede plaats was voor Rob Scheepers uit Sterksel, gevolgd door Hans Eijkemans uit Rosmalen op de derde en Rob Scheepers uit Helmond op de vierde plaats.

De voorstellingen werden dit jaar geopend door het duo "De Two Petjes" uit Horst. Op fantastische wijze brachten zij de zaal met enkele korte sketches en liedjes op temperatuur.

Hieronder treft U informatie over de tonpraoters die aan de finale van het 40e Kampioenschap deelnamen.

Mathie van Hoof

Met de buut “Frutje Frot als d’n Dirigent” die hij vorig jaar voor het eerst speelde op het tournooi om de Zilveren Narrenkap, opent Mathie van Hoof de finale van het Brabants Kampioenschap 2007. Opgegroeid als lid van een zeer muzikaal gezin vertelt hij over zijn muzikale ervaringen. André Rieu, de orkestbak, de fluit, de Stradivarius en nog vele andere zaken laat hij hierbij op de voor hem typerende manier de revue passeren. Echter het openen van de avond is altijd moeilijk en aan het eind van de strijd weet hij beslag te leggen op een gedeelde 7e plaats. Het Brabants Kampioenschap is voor Mathie een wedstrijd die hij graag eens zou winnen. In het verleden was hij al meer dan eens dichtbij: 2e in 1988 en 1999 en 3e in 1989. De “oude (f)rot” schrijft zijn tekst in samenwerking met F. Brugmans, eveneens een bekende naam in het wereldje van de tonpraters. Zijn Frutje Frot creatie voor volgend jaar heeft hij al bedacht. Afwachten dus.

Hans Eijkemans

Voor de negende maal op rij staat de tonpraoter uit Rosmalen in de eindstrijd om de Zilveren Ton. Een enorme prestatie. Zeker als je bedenkt dat er 27 inschrijvingen voor de voorronden waren, waarvan er slechts 7 in de finale komen.Zijn creatie is “Hannus de Wegenwachter”, een man die al sinds zijn geboorte op zich liet wachten. Inzetbaar voor de speciale klussen bij de ANWB zoals het te woord staan van duitse weggebruikers. Speciaal is hij ook omdat het hem “lichtelijk lukt” voertuigen en andere zaken weer aan de gang te krijgen. Humor ten top ineengeweven tot een schitterende verhaal en door de jury beloond met de 3e prijs. Plezier in de ton staat voorop en met zijn eigen rustige en heldere stijl, gaat dat hem de laatste jaren wel iets makkelijker af. “Toch is de wedstrijd zelf iets anders” zegt hij. Het verschil in publiek (kritisch tournooipubliek) in vergelijking met de andere voorstellingen is goed te merken. Zijn teksten schrijft

hijzelf en in tegenstelling tot voorheen test hij zijn buut uit in een try-out en de voorronden voordat hij aan de finale begint.

Berry Knapen

Na de voorronden was Berry in zijn creatie als “Frietboer Bertje Plek” de gedoodverfde kampioen volgens zijn collega-tonpraoters. Nadat de rook van de finale was opgetrokken bleek dat de waarheid te zijn. Een schitterende creatie en op voortreffelijke wijze neergezet. Moet volgens de jeugd alles “vet” zijn. In dit geval hebben we het over vet, vetter, vetst … Bertje. “De panty van zijn vrouw; een jurk die dik gemaakt wordt, fritesvet dat aan verversing toe is, een broodje gitaar, teveel om op te noemen. De tekst is door Berry zelf geschreven en is eigenlijk heel herkenbaar omdat, zoals hij zegt, iedereen toch wel eens in een friteszaak komt. Zijn streven naar perfectie blijkt uit het feit dat hij, om de buut in 12 minuten goed te kunnen brengen, hem toch al een keer of vijftien had gebracht. Dat hij nu wel de finale gehaald heeft terwijl hij, sinds hij in 1993 begon, al vier keer eerder in de voorronden meedeed, ligt volgens hem aan zijn aparte gevoel voor humor. Door in zijn teksten daarmee rekening te houden “is het nu wel gelukt” zo zegt hij. Volgend jaar is hij zeker van de partij om zijn titel te verdedigen aldus de professioneel theaterman die als “absurdist” de kost verdient.

Robert van Lamoen

“Noud de Wout” is de nieuwe creatie van titelverdediger Robert van Lamoen. Jarenlang werkte hij zelf als politie-agent en met deze buut verwezenlijkt hij een langgekoesterde droom. Dat hij zich op bekend terrein begeeft is in de buut terug te horen. In geuren en kleuren vertelt hij over zijn belevenissen met zijn maat “D’n Biels”. Daarmee laat hij op een komische wijze het publiek als het ware zien hoe zaken als openbare dronkenschap, een overval met achtervolging, een zedendelict etc. door het duo worden afgehandeld. Een buut waarvan hij zelf aangeeft: “zoals het hoort: simpel en voor een leek goed te begrijpen”. Vooraf voelde hij als titelverdediger geen extra druk en hoopte hij met de buut een plaats bij de eerste vier te behalen. Helaas is hem dat net niet gelukt.

Bart van Kerkhof

Bart van Kerkhof is afkomstig uit Dongen, een dorp in de buurt van den Bosch. Voor hem is het Brabants Kampioenschap één van de twee “Top-Tournooien”. Hij doet dit jaar voor de tweede maal mee, nadat hij vorig jaar om reden van tijdgebrek heeft overgeslagen. Naast zijn werk en zijn gezin is hij druk bezig met verenigingswerk voor de plaatselijke harmonie, het Oranje Commité en tenslotte ook nog: het tonpraten. Zijn creatie: “Bennie Trouw de Bruidegom” ontstond, zo vertelt hij, op een helder moment. Teksten schrijft hijzelf en met zijn vrouw “checkt” hij die vervolgens. In zijn buut verhaalt hij over Bennie die de dag van zijn leven beleeft. Voor het zingen de kerk in, een waggelende pastoor, passende teksten uit de lijdensweg, twee taarten op het fist en een schoonmoeder waarvan Bennie hoopt dat ze honderd wordt zijn enkele onderwerpen die de buut tot een hilarisch geheel maken. Als de rook is opgetrokken heeft hij beslag weten te leggen op de 6e plaats.

Kitty Goverde

Kitty is de eerste vrouwelijke finalist sinds jaren. Ze maakt haar (de)buut in de eindstrijd als “Truus Kuus”, de vrouw van “Beer van de Biggelaar”. Als een echte boerin vertelt ze hoe ze samen met Beer de zorg voor de verkens draagt. Een veewagen die onderweg nog even een viaduct vervoert en haar overwerkte boer, die van de dokter op de bank tot rust moet komen, zijn voor haar varkentjes die ze wel even wast. Een schitterend verhaal, waarmee ze laat zien dat zij in de ton haar mannetje wel staat. Het idee voor haar buut vond ze op zolder waar ze haar verkens-skimuts tegenkwam. Na eerder met A. Marcelissen gewerkt te hebben, begeleidt J. Strik haar nu. Ze schrijft haar teksten zelf die ze daarna met Jan boetseert en verfijnt. Zij heeft zich voorbereid op het kampioenschap door middel van een tweetal try-outs en het meedoen aan de voorronden. Zelf vind ze dat ze nog veel moet leren, maar wint tussen de bedrijven door wel nog even een wedstrijd in Gendt. Grote kans dus dat zij in de toekomst vaker te zien zal zijn bij het Brabants Kampioenschap, mede gezien haar uitspraak: “Ik blijf Valkenswaard trouw”.

Rob Scheepers (Sterksel)

Het Brabants Kampioenschap is voor Rob Scheepers toch wel het “summum” en daar zet hij zich dan ook voor 100% voor in. Rob kijkt graag films en een logisch gevolg daarvan is zijn nieuwe creatie: “Broes Willems de acteur”. Een acteur van bedenkelijk nivo die komt vertellen over zijn carriere. Al jong verknocht aan de theater- en filmwereld. De audities waarover verteld wordt bezorgen het publiek de tranen op de wangen van het lachen. De eerste Brabantse Western is na een kleine 20 minuten een feit en wordt zelfs al in het duits vertaald. Een schitterend staaltje verbeeldingskracht. Na de eerste try-out in Heeze en een gewijzigde verteltrant in de voorronden heeft Rob op ontspannen wijze zijn creatie voor de finale herschreven en bijgeschaafd. Berry was de favoriet en hijzelf voelde absoluut geen druk van buitenaf om bovenaan te moeten eindigen. Zijn creaties ontstaan uit gerichte ideeën. De teksten die meestal met één enkele grap beginnen schrijft Rob zelf. Elke dag leeft hij zich daarin in en is hij gespitst op grapjes, versprekingen etc. Het is dus eigenlijk een continu proces dat in september/oktober een ruwe versie oplevert aldus Rob.

Rob Scheepers (Helmond)

Compleet met blad bier betreedt Rob Scheepers uit Helmond als “d’n Ober” de zaal. Voor hij aan de ton is heeft bewezen zijn creatie eer aan te doen en serveert hij de glazen keurig uit. In de ton vertelt hij hoe hij als ober op de tennisbaan begon en hoe zijn carriëre zich daarna ontwikkelde. Djoez, bier met gestampte bitterballen en rooibosthee zijn zo wat ingredienten die hij daarbij gebruikt. Van zijn zes deelnames aan het tournooi is het de tweede maal dat hij in de eindstrijd uitkomt.Het idee voor de buut, aldus Rob, heeft hij opgedaan in de kroeg een plek waar hij eigenlijk graag komt. “In de rol van een ober kun je veel kwijt en wie heeft er nou geen associaties mee?” zegt hij. De tekst voor deze buut schreef hij grotendeels zelf en verfijnde hem samen met F. Brugmans. Hij is zeer tevreden met de behaalde vierde plaats op het tournooi dat voor hem qua titel het meest aanspreekt. Want zegt hij: “het is een eer en gelijkertijd ook een strijd voor mezelf om bekend te raken bij het grote publiek”.