2012

Het 45e Brabants Kampioenschap Tonpraoten vond plaats in het weekend van 13, 14 en 15 januari 2012. Een sterk deelnemersveld en als altijd een uitstekend publiek. De 4 voorstellingen (3 avonden en op zondag matinee) waren het jaar ervoor al uitverkocht en diegenen die “erbij waren” konden volop genieten van de geweldige prestaties van de 8 finalisten. De voorstellingen werden geopend door het 4-koppige gezelschap "KUUB" Helmond. Op fantastische wijze brachten zij de zaal met enkele korte sketches en liedjes op temperatuur om vervolgens plaats te maken voor de deelnemers. 

 

 Amusementsgroep KUUB uit Helmond

 

 

Naast de titelverdediger Berry Knapen een zevental tonpraoters die door de vakjury in november geselecteerd waren. Dat het moeilijk is om Berry Knapen aan het wankelen te brengen bleek andermaal. Aan het eind van de vrijdagavond was hij het die tot Brabants Kampioen Tonpraoten 2012 gekroond werd met een puntentotaal van 340. Op de tweede, derde en vierde plaats eindigden achtereenvolgens Kitty Goverde (297), Rob Scheepers (295) en Harry Hens (268).

De Prijswinnaars

 

 

De finalisten en hun buuts:

De eerste tonpraoter die op vrijdag de ton instapt is Harry Hens in de creatie van “Tonnie van het Voeteneind”. Tonnie onderbreekt zijn ziekenhuisverblijf na 7 weken even  om bij zijn vrienden in Valkenswaard te komen kijken. Tonnie heeft het zichtbaar niet makkelijk: zijn hart laat hem enigszins in de steek en nu is hij wachtende op een tweedehands hart. Hij komt hierover zijn verhaal vertellen en doet dat aan de hand van een “zaaloverzicht” dat hij gemaakt heeft. Zijn kamergenoten komen ook voorbij: van Rossige Rita tot en met het 104-jarig meiske dat langs hem ligt. Het voorstel om door “door te schuiven” het op de kamer gezellig te maken lijkt zuster Ilonka niet zo’n goed idee omdat Rossige Rita dan binnen twee dagen aan het raam ligt en zij nou net niet aan haar werk mag denken. “Omdat ziek zijn geen lolletje is moet de mens er maar proberen het beste van te maken” is het motto van Tonnie. Een mooi versierde infuusstandaard met ballonnen, kaarten en bloemen moet je dan, als je die niet krijgt, dus maar zelf kopen. Een prima buut met humor en woordgrappen in een hoog tempo ofwel typisch Harry Hens.

  

Harry Hens als "Tonnie van het Voeteneind" 

 

 

Advocaat Dick is de creatie van Rob Scheepers die voor de 6e maal in de finale staat. Gespecialiseerd in echtscheidingszaken en de reden daarvan ligt in zijn vroege jeugd. Hij is een advocaat die de zaken snel en simpel weet op te lossen. Het huis voor de man, auto en kindjes voor de vrouw en de spaarcentjes voor de advocaat. Hij vertelt over zaken die hij in zijn eigen kring meemaakt. Zijn vader die hij zat vanuit de kroeg naar huis stuurt. De scheiding met zijn vrouw die een affaire heeft met zijn “beste vriend”  die overigens ontkent zijn beste vriend te zijn. En daarnaast vertelt hij over zijn brede en bekende klantenkring. Koos Alberts, Berlusconi, Jos Verstappen en Joran v.d. S. etc. Allemaal passeren ze de revue en op de manier die Rob als de beste beheerst: Met een enorme dosis  aan fantasie en bovenal onverwachte wendingen in zijn grappen. Een geweldige buut waarmee hij uiteindelijk beslag wist te leggen op de derde plek.

 

Rob Scheepers uit Sterksel als "Advocaat Dick"




Kroonprins zijn is geen lolletje. Alles moet in het gareel en de persmuskieten liggen altijd en overal op de loer. Met die aankondiging begon het verhaal dat Berry Knapen, in de rol van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem Alexander, komt vertellen. Hijzelf, zijn vrouw Maxima, moeder Beatrix, opa Bernhard, oma Juliana, tante Christina , Prins Charles de Engelander, Henk Bleker, Mark Rutte en Gert Wilders allemaal komen ze even voorbij.  Ook de rit met de gouden koets krijgt een andere dimensie als verteld wordt dat de koets dienst heeft gedaan als kattenverblijf, de lucht erin niet te harden is en dus geprobeerd wordt die weg te (z)waaien. Naar de toekomst gezien zal er toch wel het een en ander veranderen zo vertelt hij. Koninginnedag  is voor de koning “ginne” dag wat een goede reden is om die dag eens flink op de schop te nemen.  Alles bij elkaar genomen een prachtige kampioensbuut waarmee het publiek wordt meegenomen in de fantasiewereld van onze “kroonprins”.

Berry Knapen als "ZKH Prins Willem-Alexander"

 


De vierde in de strijd is Ad Vermeulen uit Chaam die optreedt met de buut “de Ware Jacoba”.
Gevlucht voor de kwade blik van zijn vrouw is hij in Valkenswaard aangekomen. Hij vervolgt zijn verhaal met het vertellen over zijn geboorte, het gezin van 18+1 kinderen en school. Als vrijgezel houdt hij het thuis lang uit dus wordt het op zijn 50e toch echt tijd dat hij op zoek gaat naar een vrouw aldus zijn vader. Zo niet, dan wordt er een voor hem uitgezocht. Met het beeld van zijn moeder voor zich lijkt het Hé toch beter er zelf maar een te gaan zoeken.  Na enig rondkijken vindt Hé zijn droomvrouw op internet op een site met blonde vrouwen. De eerste ontmoeting, het eerste etentje en bezoek aan schoonouders en familie worden op humorrijke wijze aan de zaal toevertrouwd. Een knappe buut met leuke grappen en knappe woordspelingen maar die Ad helaas geen plaats bij de eerste vier opleverde.

Ad Vermeulen als Hé in zijn buut “de Ware Jacoba”


 

Na de pauze is het de beurt aan de voorzitter van de enige Brabantse studentenvereniging in Leiden.
De naam van de vereniging DMOGW ofwel “Daar moet op gedronken worden” doet hij volop eer aan: met een meter bier (0,1%), betreedt hij de ton. Nadat hij zich netjes heeft voorgesteld vertelt hij dat hij dit weekend even terug is uit Leiden. Zoals een goed student betaamt: “voor de wasmachine van ’s mam en de  portemonnee van ’s pap”. Daarna vertelt hij wie zijn medestudenten zijn (Theo, Serge en Ton) en wat hij met hen zoal meemaakt. Van studie, de inrichting van het studentenhuis waarin de keuken en een zwartleren bank de nodige lachsalvo’s bij het publiek opleveren tot stappen en overnachten met Leidse dames aan toe. Trofeeën van die escapades worden besproken en getoond en ja: “die hebben hem wat stropdassen gekost”. Een geweldige buut maar helaas voor de jury toch niet voldoende om hem met een podiumplaats te belonen.
  

 Dirk Kouwenberg
 als voorzitter van Leiden ’s Brabantse studentenvereniging DMOGW



De creatie van finalist nummer zes Frans Bevers is “Ciske de Gemintewerker”. Ciske is een trouwe werker die bij de gemeente “simpel” zijn best doet. Hij werkt er al 25 jaar en heeft in die tijd al het nodige meegemaakt. Hij komt vertellen over de plagerijtje die hij en zijn maten “de Schèle” en “de Hak” en ook baas “de Kwartel” onderling hebben. Ook de mensen in de wijk waar ze altijd werken gaan over de tong. Met de antieke broodtrommel en thermoskan komt hij in zijn schaft langs en heeft dus maar een klein half uurtje. Zijn attributen verraden al dat hij nog stamt uit een oerdegelijk Brabants Katholiek huishouden met 14 kinderen en dat moet natuurlijk verteld worden. Meneer pastoor komt even langs en zijn moeder die steeds zwanger was vergelijkt Ciske met de BBA bus: “er zat eigenlijk altijd wel iemand in”. Na het gezin komt de wijk Zonnedauw ter sprake: “Die klote-jong die na een dag of vijf geen dropjes meer gaven omdat het konijn was doodgegaan” en een weddenschap om een buurvrouwtje die “in het plantsoen zat te schijten” en volgens Ciske er zonder haar kont te vegen vandoor zou gaan. Het 25-jarig jubileum, de receptie met bier met bitterballen, een reis naar de Wadden om “wat te lopen” vormen ingrediënten die Ciske weet te kneden tot een buut met de nodige humor. Helaas ook voor Ciske ditmaal geen podiumplaats.

 

Frans Bevers als “Ciske de Gemintewerker”


 

Kitty Goverde is de zevende finalist. Een tonpraot-ster in het verleden begeleid door Jan Strik. Kitty toont dat het tonpraotwereldje niet helemaal een mannenwereldje is. Bertha haar creatie is terug en sterker en dikker dan ooit tevoren. Bertha van de Meulenperd. Pontificaal in de ton adviseert ze de mannen in het publiek: “Kijk maar eens goed menneke, zo ziet die er van jou over een tijdje ook uit”. Haar motto is dan ook: “maak je niet dun want dik is de mode”. Heel de levenswandel van Bertha komt aan bod: van geboorte tot ver in haar huwelijk met Sjef. Van jongs-af dik, ter wereld gebracht met een keizersnee die meer een Keizersgracht was. Vanwege de vroege geboorte in een couveuse gelegd wat meer de uitwerking had van een afbakoventje: 3 maand erin gelegen en ook nog eens 10 kg erbij aldus Bertha. Op school geen driewieler maar een platte kar en nog veel meer van die humor. Het gekibbel en de liefdevolle momenten met Sjef gaan in geuren en kleuren “over de ton”. De landing van Sjef met zijn bakkes op het nachtkastje, Bertha in erotische kleding als Batman: het is een aaneenschakeling van grappen die je als toeschouwer voor je ziet gebeuren. Een fantastische buut die haar uiteindelijk een fantastische 2e plaats opleverde.
 

 Kitty Goverde in haar creatie “Bertha van de Meulenperd”

 

 

Als achtste en laatste tonprater verschijnt Jan Schellekens in de ton. Hij treedt op als Janus de Zwerver die komt vertellen waarom hij als vrouwloze, dakloze en werkloze het prima uit kan houden. Werken is zeker niet zijn hobby en hij heeft er dan een hekel aan om vroeg te moeten opstaan. Toch … , vroeg opstaan om 10.30 u. heeft toch ook wel iets omdat je toch nog iets aan je dag hebt. Dat is wat hij eens per maand ervaart als hij naar Diederik van het UWV gaat. Om daar met werk van terug te keren ziet hij echter niet zitten. Om er zo eens over te babbelen dat gaat nog wel. Zijn gedachtegoed is dan ook meer van “als werken zo gezond is waarom laten we dat zieken dan niet doen” en evenzo “als werken zo fijn en goed is dan zouden de rijken het toch ook niet aan de armen overlaten”. Ook vertelt hij van zijn laatste werkervaring bij een baas waar hij ontslagen werd. Niet omdat hij de eerste vier dagen al te laat kwam maar eigenlijk om gezondheidsredenen. Zijn baas werd namelijk ziek van hem. Een geslaagde buut vol humor uit Janus arbeidsloze leventje.
 

 Jan Schellekens als “Janus de Zwerver”