2014
Het 47e Brabants Kampioenschap Tonpraoten vond plaats in het weekend van 10, 11 en 12 januari 2014. Als ieder jaar een sterk deelnemersveld en als altijd een uitstekend publiek. Het publiek kon volop genieten van de geweldige buuts van de 8 finalisten. De voorstellingen werden geopend door het uit 5-personen bestaande gezelschap "TADAA" uit Helmond. Op fantastische wijze brachten zij de zaal met enkele korte sketches en liedjes op temperatuur. Zo weet het publiek nu hoe het voor een man is om gesteriliseerd te zijn en hoe je in tijden van crisis met vier man gebruik kunt maken van 1 gitaar.
Amusementsgroep TADAA uit Helmond
De titel Kampioen van Brabant in deze 47e editie werd behaald door Ad Vermeulen uit Chaam met 332 punten. De 2e, 3e en 4e plaats waren achtereenvolgens voor Berry Knapen 297, Boy Jansen 280 en Frank Schrijen 277 punten. De publieksprijzen die tijdens de 4 voorstellingen op vrijdagavond, zaterdagavond, zondagmatinee en zondagavond door het publiek toegekend worden waren respectievelijk voor: Ad Vermeulen, Frank Schrijen, Hans Eijkemans en Berry Knapen.
De prijswinnaars.
De Finalisten en hun buuts:
In deze 47e finale is het Berry Knapen die, net als in de voorgaande editie, als eerste de ton instapt. Zijn creatie in zijn 8e finale is “de Knijnefokker”. Verkleed met typerende stofjas, hoed, sigaar en een Bart Smit konijn op de arm, zet hij weer een prachtig typetje neer. Al 35 jaar ervaring in het vak en zijn konijnen horen tot de beste. Het is niet voor niks dat zijn jas is opgesmukt met vele prijzen. “Hij fokt wat hij ziet” is zijn motto en betrekt hierin op humoristische wijze een dame uit het publiek. Als fokker is hij zo bekend dat zelfs Hans Klok bij hem konijnen komt halen. Zijn konijnen zijn bovendien goede tunnelgravers en zo vertelt hij hoe de tunnel tussen Calais en Dover tot stand is gekomen. Meesterlijke humor. Meer dan 15 rassen heeft hij in zijn hokken: van Albino’s tot Vlaamse reuzen, Turkse hangoortjes en Pooltjes waarover hij op smakelijke wijze weet te vertellen. Zijn beestjes vernoemt hij ook naar BN-ers. Zo komen Patty, Bonny, Dries, Roel e.a. voorbij. Als vakman vertelt hij dat je niet alle konijnen, vanwege inteelt, zomaar bij elkaar kunt zetten en betrekt hierin vervolgens als voorbeeld de aanwezige raad van Elf. Ook is hij lid van de fokvereniging “Fok-you” wat weer een onderwerp van prachtige vertelsels is. Het is daar zo gezellig dat het geregeld laat wordt. ’s Nachts te laat thuis, met de koekoeksklok meedoen en dan ’s morgens van zijn vrouw te horen krijgen dat de klok vreemd doet is een grap die het publiek zowat van de stoelen laat rollen. Opgeteld een geweldige buut die Berry ditmaal een 2e plaats opleverde.
Berry Knapen “De Knijnefokker”
Als 2e verschijnt Frank Schrijen op het podium. Voor hem is het de 9e finale en ditmaal is zijn creatie Gradje “Kampioen Bierdrinken”. Zoals gewend van Frank leuke outfit en toebehoren zoals een grote kampioenstrofee gevuld met confetti en een geweldige mimiek waarmee hij het publiek direct in het begin al inpakt. Daarna zijn verhaal: wederom een aaneenschakeling van grappen. Goh wat ben ik zat zo opent hij en heen en weer deinend vertelt hij vervolgens dat hij als jubileumdrinker met de eigenaar van zijn stamkroeg meegevraagd was voor de koop van een nieuwe Mercedes die 50.000,- ging kosten. Biljetten en muntjes worden op een aparte manier neergeteld tot er uiteindelijk nog € 2,- ontbreken waardoor de koop afketst. De clou die volgt met een bedelaar die voor € 2,- ook wel een auto wil is grandioos. Ook de grap over hoe Gradje € 1,2 miljoen uitgaf die hij met de “Postcode-Kloterij” won is goed gevonden en laat het publiek schateren. Zijn vrouw daar is Gradje wat minder enthousiast over. Reden daarvoor is dat ze een beetje dik is. Zo dik dat ze 1,70 m is … als ze ligt. En als hij dan aan seks denkt moet hij zichtbaar huiveren. “Het is alsof je een frikandel in een garage gooit” waarmee hij het publiek wederom een lachstuip bezorgt. Een geweldige buut waarmee hij uiteindelijk beslag wist te leggen op de 4e plaats.
Frank Schrijen als “Gradje de kampioen bierdrinken”
De derde tonpaoter is William Houbraken die voor de 1e maal in de finale staat. Hij komt in de creatie van Hertog William. Klein van stuk maar met grootse plannen. Het begon al in zijn jeugd toen hij van zijn peetoom een “Zorro-pekske” kreeg. Het mènde het nogal. Hij speelde geen Zorro, hij was Zorro. Het maskertje was wat lastig te combineren met zijn bril. Hij koos er voor geen bril op te zetten en liep vervolgens in de tuin de betonnen waspalen zo ongeveer de grond uit. Resultaat 2 blauwe ogen die … inderdaad op een maskertje leken zodat hij zijn bril weer op kon. Op latere leeftijd werd hij in het dorp in een ander mooi pak gestoken: dat van Prins Carnaval. De reden dat hij nu in de ton staat is dat hij op “slinkse wijze” een revolutie in gang wil zetten: de Hertog van Brabant in ere herstellen; Hij weet te vertellen dat het hertogdom van vroeger zich uitstrekte van de grote rivieren tot diep in België. “Daarom moeten we ook “Bels” weer terug hebben is zijn idee. Bovendien is daar nu de tijd rijp voor de Vlamingen en de Walen het niet goed met elkaar kunnen vinden. Hij stelt dan ook voor om met de tank België te heroveren. “Als het eenmaal zover is dan zal er een echte Brabander de plaats van Hertog in moeten nemen, …. hoor ik mijn naam?” om vervolgens zich in het bijzijn van zijn mede-revolutionairen te kronen tot Hertog William. Zijn eerste daad is dat hij meedeelt dat er voor de gewone burger niet veel zal veranderen behalve dan dat er geen belasting meer betaalt hoeft te worden aan den Haag. Hij geeft zijn Rabo-rekening wel even door… Kortom, een leuke buut die overigens geen podiumplaats opleverde.
William Houbraken als “De Hertog van Brabant”
De vierde in de strijd is Hans Eijkemans uit Rosmalen. Hij verschijnt in de ton als “Hannus de Hulpburgemister” compleet met radiator, schaar en lint. “Ge hoeft niets te kunnen as ge mêr een goei CV het” is de informatie die hij van broer Dré kreeg die als metselaar bij gemeente werkt. Lint en schaar gebruikt Hannus om op ludieke wijze het tonpraoterskampioenschap voor geopend te verklaren. Hij vervolgt zijn verhaal met zijn start bij de gemeente en hoe die sollicitatie is verlopen.
’s Morgens in alle vroegte stond hij daar al op de stoep. Niemand daar. Vervolgens het telefoonnummer dat op de deur vermeld werd gebeld: 09001730. “Dit nummer is niet in gebruik” is het antwoord dat hij daarop kreeg. Snap ik zei de inmiddels gearriveerde medewerker van personeelszaken: dat is geen nummer, dat is de openingstijd. Solliciteerde Hannus als steenlegger, veel heeft hij er niet gelegd: 1 dat vond hij genoeg en hij werd om die reden ook Einstein genoemd. Heel snel werd hij al vanwege zijn gelijkenis met de echte burgemeester ingezet als zijn look-alike en kon zo taken van de burgemeester uitvoeren. Zijn eerste werk was op bezoek bij jubilerende dorpsbewoners . Taken waren niet meer dan: een lintje geven, een toespraak houden, een glas bier te drinken en een paar bitterballen te eten. Simpel aangezien de toespraak werd aangeleverd. De verwisseling van de toespraken voor jubilerende chauffeur van de puttenslurper en een gynaecoloog levert hilarische situaties op. Ook het stuk waar aan Hannus door een zatte dorpsbewoner wordt gevraagd of hij “burgemister is en chinees” levert gortdroge humor op. Aansluitend nog een diamanten bruiloft van echtpaar van de Steen, een museumbezoek, ambtelijke taal en tot slot ter afsluiting een rijm. Bij elkaar een hele knappe buut met originele grappen en knappe woordspelingen waarmee helaas toch geen podiumplaats mee kon veroveren.
Hans Eijkemans in zijn buut “Hannus de Hulpburgemister”
Na de pauze is het de beurt aan Ad Vermeulen uit Chaam. Hij staat in de ton in de creatie van “Sjefke Kiep“ coach van het team dat deelnam aan de alternatieve Olympische Spelen en komt vertellen over de resultaten van hun deelname. Het team waarvan vooraf ingeschat werd mmet nogal wat medailles thuis te komen. Uiteindelijk werden er dat: 0. Ondanks dat Sjefke Ben de Lui, Geert Wilders en nog vele andere gerenommeerde sporters geselecteerd had. Zijn verhaal bevat een mix van originele grappen en heel verrassende woordspelingen. Het begint al als hij zich verontschuldigt dat hij wat laat is. Hij moest nog oppas regelen aangezien zijn vrouw op de bank in slaap gevallen was en die pas maandagochtend om 8.30 u. weer opengaat. Op de heenreis werd het vliegtuig waarin zij zaten “staande” gehouden door een politievliegtuig. De aanhanger achter het vliegtuig met daarin Erica Terpstra was het probleem. Uiteindelijk kreeg de piloot alleen een bekeuring omdat er geen netje over zat en kon de reis hervat worden. Dan de openingsceremonie van de spelen en vervolgens de sportprestaties van zijn team. Ook de trouwste supporter van Nederland, Erica Terpstra, komt geregeld voorbij en steunt op aparte wijze de sporters. Achterstevoren, rok omhoog, op de linkerbil “hup” en op de rechter “land”. Het wedstrijdverslag van de 800 m stieffelchase wordt met het publiek doorgenomen en van meter 1 tot en met meter 800 als Gabibi Goenoenoe Geunereunereu is dit een hilarisch stuk. Het publiek lacht zich een slag in de rondte. Tot slot wordt nog afgesloten met Maxima en Willem-Alexander waar de tegenvallende resultaten werden afgedaan met de alternatieve Olympische gedachte “inschrijven is belangrijker dan meedoen”. Een geweldige buut die Ad aan het eind van de avond de 1e plaats en daarmee de titel Brabants Kampioen 2014 opleverde.
Ad Vermeulen als “Sjefke Kiep teamcoach van de alternatieve Olympische Spelen”
Als 6e tonpraoter treedt Wichard de Benis uit Best op. Hij doet dit als Jodelá op vakantie in Tjechië. In vol ornaat met skipak, skimuts, skibril, sjaal en handschoenen beklimt hij het podium en stapt dan in de ton. Eigenlijk hoopte hij op een koude zaal maar dat zit er niet in. Dan steekt hij van wal en in geuren en kleuren vertelt hij van zijn vakantie met zijn vrouw Jaan. De voorbereiding, de reis, het appartementje en het verblijf. Eerst naar de LIDL om skikleding en toebehoren aan te schaffen maar vanwege de verkeerde folder wordt dat een tuinbroek met potgrond. Op de heenreis wordt hij ingehaald door een Duitser met kleding op de motorkap en onder de ruitenwisser. Ook LDL-spullen afkomstig uit …. Een dakkoffer met vier handvaten. De skiles bij skischool Valduzèr waarbij de rode, de blauwe, de gele en de zwarte piste voorbij komen. Dan de eerste les met Olga Lawina aan zijn zijde in de skilift. Jodelá vertelt hoe zij van de schans afvliegt, in het vangnet belandt en er vervolgens als een rollade weer uit komt. Tsjechië (CZ) is overigens een goedkoop land aldus Jodelá. Voor € 4,- heb je 80 kronen. En probeer dat in Nederland bij de tandarts maar eens. Het valt Jodelá wel op dat het erg druk is met wintersporters en met name ook met Duitsers en Polen. Op zich niet erg, maar al die kuilen in de piste en die slingerende skiërs maken het wel gevaarlijk. Na de après-ski heeft Jodelá het eigenlijk wel gezien en tot slot gaat hij weer op huis aan. Een leuke buut waarmee Wichard aan het eind van de avond zich geen plaats bij de eerste 4 wist te bemachtigen.
Wichard de Benis als “Jodelá op vakantie in Tsjechië”
De 7e finalist is Erik Mulder uit Maarheeze. In de creatie van Michiel de Ruiter. Wie bij die naam een oude zeeheld verwacht kijkt even vreemd op. In een ruiterkostuum met kep, rode jas, witte box en zwarte lerzen die hij van sponsor Mora mocht aanschaffen komt hij zijn ruitersportervaringen vertellen. Hoe hij met een 2e hands perdje van Ankie, zijn vrouw Gonnie, een Suzuki Alto en een oud Kip caravannetje sinds vorig jaar concoursen afreist. Inmiddels niet onverdienstelijk zo vertelt hij aangezien hij al diverse prijzen in de wacht gesleept heeft. De eerste opstap op perdje verliep wat minder en zo hij vertelt zat hij na een uur zat in het zadel. Wel achterstevoren maar ja, wat is achterste voren als je nog niet weet welke kant iemand op wil gaan. En zo meer van die grappen: Op de vraag of die knol van kinderen houdt komt een wel heel erg duidelijk antwoord: geef hem maar gewoon brokken. Dat je niet zomaar ruiter kan worden is Michiel duidelijk geworden uit het feit dat hij voordat hij aan wedstrijden deel kon nemen eerst een examen moest afleggen. Het theorie ezamen was een vragenlijst die niet heel erg moeilijk was maar eigenlijk meer “vreemde” vragen bevatte. Zoals de vraag: “Wat is er typisch aan trekpaarden”. Het antwoorden is heel logisch: “Die vliegen ’s winters naar de zon”. Dit soort grappen en tot slot de wedstrijd in Dommelen, waar 75 hindernissen van 3m hoog en een waterbak voor een doldwaze situatie zorgen laten het publiek op humoristische wijze kennismaken met Michiel de Ruiter. Een hele leuke buut waarmee ook Erik helaas geen podiumplaats in de wacht kon slepen.
Erik Mulder in zijn creatie “Michiel de Ruiter”
De 8e en laatste tonprater is Boy Jansen uit Budel. Hij komt in de creatie van Roderick de Jager. Gekleed in jachtkostuum komt hij over zijn ervaringen vertellen. Hoe hij ertoe is gekomen te gaan jagen en hoe hij en maat Joop de dieren op de korrel nemen. “Ik zie, ik leg aan en ik skiet” is zijn uitleg en dat weet hij het publiek vrij snel te laten overnemen. Uiteraard hebben Joop en Roderick ook een hulpje om de geschoten haas, knien, fazant, ree of hert te apporteren of bewaken. “De jagershond”. Er volgt een heel mooi verhaal over een hondje dat hem net iets te duur was en zijn later aangeschafte hondje “Lucky”. Dat het resultaat van het “aanleggen en skieten” af en toe wat minder is wordt ook vrij snel duidelijk. Vanuit de “hoogzit” (boomhut) wordt diverse keren op “bistjes” geschoten. Hilarisch is het als de clou van het neerschieten van een groot hert uit de doeken wordt gedaan. Een “andere jager” die kennelijk eerder bij de prooi was dan Roderick vraagt heel bedeesd wanneer Roderick zijn prooi claimt: “Maar mag ik hem dan eerst wel zijn zadel afdoen?”. Enthousiast is iedere jager die zijn trofee mee naar huis neemt. Zo ook Roderick die na het meenemen van een ree zijn vrouw vraagt “Zal ik jou wild klaarmaken”? Dat hij dit zo niet bedoelt blijkt uit zijn uitleg en eigenlijk ook wel uit zijn antwoord op de vraag van zijn vrouw of wild zwijn of ree is. “Hangt er van af welke kant van de vork je bedoelt”. Daarna volgen nog een aantal leuke grappen waarbij schoonmoeder “Cruela” een rol in speelt. Aan het eind valt te concluderen: Een zeer geslaagde buut waarmee Boy bij zijn debuut direct een 3e plaats (280 pnt)weet te veroveren. Hij hoopt er volgend jaar met een nieuwe buut dan ook weer bij te zijn.
Boy Jansen als “Roderick de Jager”